Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zou ik dan mijn brood, en mijn [18]water, en [19]mijn geslacht [vlees] nemen, dat ik voor mijn scheerders geslacht heb, en zou ik het den mannen geven, die ik niet weet, van waar zij zijn? 18. In die landstreek was het water kwalijk te bekomen, alzo het land waar Nabal woonde een dor land was, zodat des waters halve in die landen dikwijls twist viel. Zie Gen.21:25, en Gen.26:15. 19. Hebreeuws, mijn slachting, die ik geslacht heb.